woensdag 15 juni 2011

Mijmeringen -4-

Ook als ik vroeg ben, zit zij al op de stoep. School is haar leven, ze is enig kind. Het sigaretje meer tussen de vingers dan tussen de lippen, babbelend met wie dan ook die bij haar komt zitten. Is er nog niemand, dan sms-t ze fiks waar ze toch blijven. Contacten, contacten en nog eens contacten, vrolijk genietend, blij gezicht. School is gewoon leuk.
Het lokaal komt ze altijd flirtend met deze of gene jongen binnen, even aftasten en dan gaat hij toch naast haar zitten. Ik steek daar een stokje voor, ik ken haar al een tijdje en verwijs hem naar een andere tafel. Testosteron en oestrogeen maar even apart dit uur. “Pak je schrift.” Ze kijkt in haar tas en pakt haar uithangende, modieuze, vast dure sjaal en begint daarover te babbelen met het meisje naast haar. “Pakje je schrift, niet je sjaal!” “O, sorry” en ze zoekt verder. Er is genoeg ruimte in het lokaal en ik laat haar een stoel opschuiven. Nu voelt ze zich geïsoleerd, afgesloten van de rest van de wereld en de somberte trekt over haar gezicht.
Ze moeten de aantekeningen van vorige keer leren, ze kijkt in haar schrift, even later dwaalt haar blik doelloos schuin rechts naar beneden en vindt de tafel die ze niet ziet, ze denkt, duidelijk niet aan de leerstof. Ik kijk strak in de richting van haar ogen, geen contact. Ik beweeg mijn bovenlichaam en hoofd, ze reageert als een bewegingssensor en kijkt terug. Ik knik richting haar schrift, met een geluidloos “O, sorry” op haar lippen gaat ze weer leren, als een kluizenaar diep in een bos, de stof vindt ze moeilijk.
Een andere leerling laat een pen op de grond vallen, er wordt her en der gereageerd en in een tiende van een seconde is ze springlevend, haar ogen schieten alle kanten op en ze babbelt en lacht vrolijk mee. Dat is nog ’s wat, een pen op de grond, hoe komt die daar?
“Nu verder met de opgaven uit het boek! …… Hoe ver ben jij?” Ze is bij, ligt zelfs voor. Ze wil wel graag, maar leuk is anders, ze moet er meer voor doen dan anderen en die somberte, daar komt ie weer, blik op oneindig, haar vingers en pen tekenen bloemetjes, zij niet. “Kan je niet verder?” “O, sorry, jawel hoor.”
Ze werkt verder, niet echt van harte, tot de bel gaat, daarna is het pauze en wordt het leven weer even fantastisch.


Hein Bruijnesteijn, docent scheikunde

.

Geen opmerkingen: