maandag 31 mei 2010

Hoe word ik de beste jongensdocent? (5)



Les 5: Een jongen moet gezien worden

Vallen en opstaan is dus een leermethode die bij de jongen past. Een methode waar zelfvertrouwen voor nodig is en misschien zelfs een gezonde hoeveelheid overmoed.
Wat een jongen hier in ieder geval voor nodig heeft is bevestiging. Op vroege, maar ook op latere leeftijd. Jongens hebben vaak meer bevestiging nodig dan je denkt en bovendien meer dan ze zelf zouden willen. En dat is direct een lastige paradox. Aan de ene kant hebben jongens sterke behoefte aan een ijkpunt: een persoon die vanuit een volwassen perspectief liefdevol eerlijk en oprecht aangeeft wat goed is, wat beter moet, wat ronduit slecht is, wat uitmuntend is.
En aan de andere kant wil als jongen gezien worden in wie je bent. In de kwaliteiten die in jou als persoon besloten liggen en waarvan je wilt horen dat die toch ruimschoots opwegen tegen je beperkingen of onhebbelijkheden.
Juist omdat het voor jongens zo moeilijk is om met deze verwarring om te gaan, is het belangrijk dat er mensen zijn die oprecht in ze geloven. Voor een jongen moeten er mensen zijn die hem zien zitten, die hem zien staan. Die blij zijn dat juist hij in hun klas zit en bij wie hij kan voelen dat hij helemaal goed is zoals hij is. Ook als hij niet zo goed stil kan zitten, soms brutaal is en grenzen zoekt.
Vraag eens aan je collega’s om hun favoriete jongensleerling in hun hoofd te nemen en zijn kwaliteiten. Vraag ze daarna of de jongen weet dat zij zo positief over hem denken.

Volgende week de laatste les. Les 6:stap voor stap

Een lessenserie van John, Elsbeth en Henno

.

Geen opmerkingen: