maandag 26 april 2010

Hoe word ik de beste jongensdocent? (1)



Vraag aan een willekeurige honderd docenten hun meest lastige leerling in hun hoofd te nemen. Onze ervaring leert dat dan minstens 95 van de docenten aan een jongen denkt. Jongens en het onderwijs. Het lijkt tegenwoordig een steeds lastigere combinatie. Waar het aan ligt? Zijn de jongens moeilijker geworden? Kunnen we moeilijker met ze omgaan? In dit artikel geven we géén analyse van het hoe en waarom van jongensgedrag. Dat jongens blijkbaar vaker als lastig worden ervaren is een feit. In dit artikel gaan we op zoek naar hoe we terug kunnen keren naar lol hebben in jongensgedrag. Hoe kun jij als docent weer genieten van de ettertjes uit je klas? Hoe zorg je ervoor dat je glimlacht om hun onbeholpen gedrag en onhandigheden. Hoe word jij de beste jongensdocent?


Les 1: Een jongen wordt nooit een meisje
Meisjes hebben een paar eigenschappen die in ons schoolsysteem behoorlijk handig zijn. Ze kunnen relatief goed stil zitten. Ze kunnen al op redelijk jonge leeftijd reflecteren op hun eigen gedrag en ze zijn verbaal handig. Dat komt ons als docenten best goed uit. Jongens daarentegen zijn op deze drie vlakken net iets onhandiger. Daar kunnen ze niets aan doen. Dat heeft de natuur zo geregeld. En dat is voor hun zelf net zo lastig als voor de docent die met ze moet werken. Je zou bijvoorbeeld maar langer dan een half uur moeten stilzitten terwijl er net een testosteronboost door je lijf jaagt. Ga d’r maar aan staan.
Accepteren dat de jongens in de klas zich dus anders gedragen dan de meisjes is een start van een betere jongensdocent zijn. Laten we van de jongens geen meisjes proberen te maken. Dat scheelt een heleboel strijd en evenzoveel energie.

(Volgende week les 2: Grenzen opzoeken is gezond. Grenzen geven een noodzaak

Een lessenserie van: John, Elsbeth en Henno

.

Geen opmerkingen: